Opbouw Copy

Stap 1
Je gaat de hond zes keer per dag eten geven. Verdeel de hoeveelheid die de hond mag hebben over zes porties en zorg dat er voldoende tijd tussen zit. Gebruik de veilige haven om het voer op te zetten. Zet de bak met eten neer en ga op een paar meter van de hond zitten. Kijk de hond terwijl hij eet niet aan. De afstand bepaal je door te kijken naar jouw hond. Hij mag geen stress of agressie laten zien. Doet de hond dit wel, dan zit je nog te dichtbij.

Als de hond klaar is met eten, roep je hem naar je toe en geef je hem uit je hand nog een paar brokjes of koekjes. Sommige honden zullen even heen en weer pendelen tussen jou en de voerbak. Negeer dit. Pak de bak vervolgens weg als de hond geen aandacht meer voor de bak heeft. Blijft hij toch erg gefixeerd op de bak? Geef hem dan, in ruil, een klein kluifje of Kong. Zo zal het wegpakken van de bak langzaam minder intens worden, hij krijgt er namelijk iets voor terug.

Stap 2
Herhaal stap 1, maar ga nu tijdens het eten wat dichterbij zitten. Werk zo verder tot je op ƩƩn meter naast de hond kunt zitten. Als de hond klaar is, strooi je wat brokjes weg van de bak. Pak de bak pas op als de hond bij de bak weg is gelopen om de brokjes die je hebt gestrooid op te eten. Let daarbij wel op dat de hond echt geen focus op de bak houdt. Belangrijk: laat je hond verder met rust. Om hem in deze situatie Ʃcht ontspannen te laten zijn, kan al veel tijd kosten. Probeer dus niet te snel te gaan.

Stap 3
Herhaal stap 2, maar nu strooi je rustig – terwijl je hond eet – wat brokjes naast de bak. Je hond leert: jouw aanwezigheid brengt hem extra voer.

Stap 4
Herhaal stap 3, maar leg nu ook wat brokjes vanuit je hand op de grond. Let wel op dat er voldoende afstand is met de bak, doe dit niet binnen ƩƩn meter. De hond leert dat jouw hand in de buurt niet direct zorgt dat het voer afgepakt wordt. Gaat dit zonder spanning? Dan kun je vanaf nu terug naar minder voermomenten.