
Angst is een belangrijke emotie. Het helpt je om adequaat te reageren op een dreigende situatie. Je lichaam is extra paraat: je bloeddruk gaat omhoog, je ademhaling wordt sneller en je spieren spannen zich aan. Klaar om te reageren als het nodig is. Het is dus heel functioneel.
Je reactie op een gevaarlijke situatie verschilt. Je kunt vluchten (snel weg van wat je angst geeft), vechten (ook alleen verbaal), verstarren (niet meer kunnen bewegen) of je kunt overmatig aardig gaan doen en please-gedrag vertonen (in het Engels āFawnā genoemd). Ook een beetje gek gedrag hoort bij dat rijtje, bijvoorbeeld als je humor inzet om om te gaan met een bepaalde situatie.
Angst hoort bij het leven. Maar wel in een bepaalde mate. Te veel angst tast het welzijn aan.Ā Je lichaam staat constant āaanā of komt veel sneller dan nodig in staat van paraatheid. Langdurig of heel vaak in deze staat zijn is schadelijk voor je fysieke gestel. Je weerstand gaat omlaag, je wordt vatbaarder voor ziektes en kan dingen steeds minder goed verwerken. Mensen die met veel angst hebben moeten leven (bijvoorbeeld door oorlog) kunnen dit zelfs doorgeven aan de volgende generaties. (Klein)kinderen hebben dan meer aanleg voor overmatig angstig gedrag omdat hun systeem gevoeliger is.
Dit alles geldt voor mensen, maar net zo goed voor honden. Ook zij ervaren angst, reageren op een bedreigende situatie en kunnen niet goed tegen overmatige angst. Ook is het vanuit welzijnsoogpunt belangrijk dat er niet bewust met angstige ouderdieren wordt gefokt, want dit kan overgedragen worden.
Nog even terug naar de mens. Je lichaam reageert op een bedreigende situatie, maar kan ook āaanā gaan van bepaalde triggers die je doen denken aan een bedreigende situatie, maar het niet echt zijn. Bijvoorbeeld als je je hand een keer gebrand hebt aan een open haard. Sindsdien haal je het niet in je hoofd om nog een keer in de buurt van het vuur te komen. Maar na een tijdje merk je dat andere soorten vuren (vuurkorf, brandende kaars, aansteker) datzelfde gevoel geven. Misschien krijg je na verloop van tijd zelfs al angstige gevoelens als je alleen al het geluid van knisperend hout hoort. Uiteindelijk voel je soms al onrust bij het zien van gekapte bomen. Deze situatie vormt geen concrete dreiging, maar toch voel jij je angstig. Op zoān moment spreken we van een fobie en dat kan grote impact hebben. Een fobie voor rode autoās met gouden banden is niet heel belemmerend, maar een fobie voor vogels is al een stuk intenser. Honden kunnen ook op deze manier een fobie ontwikkelen.
Een veelvoorkomende fobie bij honden, die voor geluiden, is daarom ook zo complex. Harde (knal)geluiden horen er in onze maatschappij nou eenmaal bij. De hond wordt getriggerd en raakt in de stress. Hij krijgt dan vaak niet de tijd om daarvan te herstellen, want er is alweer een ander hard geluid geweest. In bijna alle gevallen waarin de hond angst heeft voor een bepaalde situatie spreken we van een fobie, omdat er bijna nooit Ʃcht gevaar is. Dat neemt uiteraard niet weg hoe naar het is om zoveel angst te voelen.
Angst en fobie zijn dus niet hetzelfde, maar hebben wel met elkaar te maken. Angst kan functioneel zijn en je helpen om passend gedrag te vertonen bij een bedreigende situatie. Een fobie is een extreem uitvergrote angstreactie op een situatie die niet direct bedreigend is.
Hoe ga je dan goed om met overmatige angst/fobie bij een hond? Dat hangt af van de onderliggende reden.