Stappen deel 1: De Basis Copy

Stap 1: Breng in kaart voor welke geluiden jouw hond bang is. Zet de op volgorde van minst tot meest spannend. Zoek op internet, zoals Youtube, geluiden waar je hond bang voor is. Doe dat zonder dat je hond ze kan horen. Ook kun je bepaalde geluiden natuurlijk ook zelf opnemen, zoals wind, onweer, harde motoren, enzovoorts. Noteer de geluiden in bijlage 2 van deze module. Vul alleen nog de eerste kolom in.

Stap 2: Nu ga je bepalen wat het startpunt voor het volume van het geluid gaat zijn. Je kunt kiezen om de geluiden af te spelen vanaf je telefoon, computer of via een box. Kies voor nu één geluidsbron. Let op: bepaalde boxen hebben een opstart geluid als je ze aanzet. Honden kunnen dit geluid gaan associëren met de oefening. Dat kan zorgen dat het effect van de oefening afneemt. We willen dat de hond de geluiden zo dicht mogelijk met de realiteit ervaart, voor optimaal resultaat. Werk dan dus niet met de box. 

Stap 2A: Speel het geluid dat voor jouw hond het minst spannend is af. Zet de volumeknop in het begin niet hoger dan twintig procent van wat de geluidsbron kan produceren. Doe dit maximaal dertig seconden. Noteer in de lijst in kolom twee of jouw hond reactie geeft op het horen van het geluid. Dit hoeft niet alleen een angstreactie te zijn. Opkijken of zoeken naar waar het geluid vandaan komt telt ook mee. Vul in de kolom ā€˜ja’ in als hij reageert en ā€˜nee’ als hij dat niet doet. Doe dit voor alle geluiden op de lijst. Heb je meer dan vier geluiden? Doe dan niet alle geluiden achter elkaar, maar verdeel het over twee dagen.

Stap 3: Start met de geluiden waarop je in kolom 2 ā€˜nee’ hebt gezet. Kies het geluid dat als eerste in de lijst met ā€˜nee’ beantwoord is. Leg de geluidsbron op minimaal twee meter van de hond en gebruik wel iedere keer dezelfde plek. Kies materialen uit de voorgaande oefeningen en kies daarbij materialen waar jouw hond absoluut geen problemen mee heeft gehad. Laat ook de blikken weg. Zorg in ieder geval dat er materialen tussen zitten waar je wat meer voer in kunt verstoppen, zoals een snuffelmat of een krat met spijkergoed.

Leg alle materialen bij elkaar, zodat er een opstelling ontstaat waar jouw hond aan kan snuffelen. Zet eerst het geluid aan. Zorg dat het geluid minimaal dertig seconden duurt, of dat het een paar keer herhaald wordt binnen die dertig seconden. Leg daarna pas de voertjes tussen de spullen. Dat is belangrijk. Doe je dit namelijk andersom, dan bestaat de kans dat jouw hond toch schrikt terwijl hij met de materialen bezig is. Sommige honden kunnen de schrik aan de materialen/de oefening gaan linken. Zet je het geluid aan en zie je toch schrik bij jouw hond? Verstop de voertjes dan niet. Zet het geluid uit en wacht een paar minuten. Leg de voertjes tussen de spullen zónder het geluid aan te zetten. Pak de oefening een dag later weer op, maar zet het volume toch nog iets lager (tien of vijf procent).

Reageert jouw hond niet op het geluid, dan verstop je de voertjes en laat je hem deze snuffelen. Zorg dat er geen frustratie bij hem ontstaat, bijvoorbeeld omdat hij ergens niet bij kan. Belangrijk: in deze oefening is het niet erg om je hond een beetje te helpen en om hem aan te moedigen, maar probeer dit te beperken. Speel het geluid maximaal twee keer af (dus maximaal twee keer dertig seconden). Laat je hond doorgaan met het snuffelen van de voertjes als het geluid al klaar is. Berg de spullen weer op. Sla een dag over moet oefenen voor je naar stap 4 gaat.

Stap 4: Herhaal stap 3 maar nu met een ander geluid uit kolom 2. Sla een dag over voor je naar het volgende geluid gaat. Herhaal dit tot alle geluiden uit de lijst geweest zijn.

Stap 4A: Zijn er geluiden uit kolom 2 die je opĀ  tien procent hebt moeten afspelen (omdat jouw hond er anders toch van schrok)? Herhaal dan eerst de oefening uit stap 3 en gebruik alleen de geluiden die je op lager volume dan twintig procent hebt kunnen gebruiken. Doe dit ook met de geluiden waar je in stap 2 al ā€˜ja’ op hebt genoteerd. Herhaal het geluid eerst op het geluidsniveau waar de hond geen reactie op had. Ga de volgende dag (dit is dus anders dan stap 4) met hetzelfde geluid weer aan de slag, maar zet het wat harder, tot een maximum van twintig procent. Pas als je alle geluiden uit jouw lijst op die twintig procent kunt afspelen kun je verder gaan naar stap 5.

Stap 5: Je gaat stap 3 en 4 herhalen, maar nu verander je de plek waar de geluidsbron ligt. Leg deze nu dichterbij de hond (maximaal een meter). Je hoeft geen dag tussen de geluiden te laten, je kunt iedere dag een geluid doen. Zie je geen reactie van jouw hond op alle geluiden, dan kun je verder naar stap 6. Zie je wel reactie? Dan ga je door met het herhalen van de stappen tot hij niet meer schrikt.

Stap 6: Herhaal stap 2A maar nu met de geluiden op veertig procent. Zorg dat er geen snuffelmaterialen aanwezig zijn tijdens het testen van de geluiden. Vul op de lijst kolom 3 in en noteer ā€˜ja’ als jouw hond reactie laat zien op het geluid bij veertig procent en ā€˜nee’ als hij geen reactie laat zien. Herhaal stap 3 en 4/4A maar nu met als uitgangspunt het geluid op veertig procent.

Stap 7: Herhaal stap 5, maar nu met alle geluiden op veertig procent.

Stap 8: Herhaal stap 2A maar nu met de geluiden op zestig procent. Zorg weer dat er geen snuffelmaterialen aanwezig zijn tijdens het testen van de geluiden. Vul op de lijst kolom 3 in en noteer ā€˜ja’ als jouw hond reactie laat zien op het geluid bij veertig procent en ā€˜nee’ als hij geen reactie laat zien. Herhaal stap 3 en 4/4A maar nu met als uitgangspunt het geluid op veertig procent.

Stap 7: Herhaal stap 5, maar nu met alle geluiden op zestig procent. Als dit goed gaat (geen schrik bij de hond), neem je een trainingspauze van drie dagen. Daarna ga je verder met stap 8.

Stap 8: Herhaal stap 5, met de geluiden op zestig procent. Dit is een stap om te kijken of jouw hond nog steeds okƩ is met de geluiden.

Stap 9: Herhaal stap 5, maar nu met alle geluiden op veertig procent. Je gaat dus eerst de geluiden weer  wat zachter aanbieden. Dat is belangrijk voor het opbouwen van stabiliteit. In principe is jouw hond nu goed gewend aan de geluiden en kun je in één sessie meerdere geluiden achter elkaar gebruiken, met een maximum van drie geluiden. Je hoeft ook geen rustdag tussen de oefening te laten. Je kunt een dag later verder met de andere geluiden. Geeft hij geen reactie op de geluiden? Dan kun je door naar de volgende stap. Belangrijk: er is op dit moment dus geen verschil meer in wat jouw hond het minst spannende en meest spannende geluid vindt als het geluidsvolume op veertig procent staat.

Stap 10: Herhaal stap 5, maar nu met alle geluiden op zestig procent

Stap 11: Herhaal stap 5, maar nu met alle geluiden weer op veertig procent.

Stap 12: Zorg weer dat de snuffelmaterialen weggelegd zijn. Je gaat nu alle geluiden op tachtig procent aanzetten, zonder dat je daar een oefening bij doet. Zorg dat de geluidsbron wel op ruime afstand van jouw hond is (minimaal vier meter). Je kunt de geluidsbron eventueel ook op de gang leggen, met de deur dicht. Noteer in de bijlage bij kolom 5 hoe jouw hond reageert. Om door te gaan naar deel 2 van deze stappen moet je in ieder geval ƩƩn geluid met ā€˜nee’ kunnen beoordelen. Reageert jouw hond echter nog op alle geluiden? Herhaal dan een aantal stappen terug in het plan, omdat je ergens (onbewust) wellicht te snel gegaan bent.