Opbouw vertrouwen in de dierenkliniek Copy

• Belonen met voer of spel kan voor sommige honden goed werken, maar het kan voor honden die veel stress en angst hebben ook de verkeerde opwinding geven. Belangrijk is om in het begin een neutraal gevoel bij de hond te creëren. Dit doe je door de hond veel te laten wennen, zonder daar opwinding (zoals voer en spel) tegenover te zetten.
• Voor de opbouw is het van belang dat er regelmatig in de praktijk geoefend kan worden. Doe je dit niet, dan is de kans dat de hond ontspannen en vertrouwd raakt bij de dierenarts erg klein.
• Meld je aan bij een dierenkliniek waar je regelmatig met jouw hond mag komen oefenen. Kijk samen wanneer dat het beste kan.
• Stel vast waar jouw hond bang voor is. Is dat alleen als de hond op de dierenartstafel staat? Of al bij binnenkomst in de praktijk? De aanwezigheid van andere dieren in de wachtkamer kan ook voor stress en angst zorgen.
• Het kan verschil maken of de dierenarts een witte jas draagt of niet. Vraag of de dierenarts deze uitdoet.
• Zorg dat de hond vertrouwd is met jouw aanrakingen. Dat is prettig als ondersteuning tijdens een onderzoek.
• Laat de dierenarts je hond op de grond behandelen. Dit scheelt als de hond angstig wordt van de behandeltafel.

Stap 1: Wennen aan de kliniek
Vraag aan de kliniek of je met jouw hond net voor sluitingstijd door het pand mag lopen. Zo kan de hond onderzoeken wat alle geuren en ruimtes zijn. Herhaal dit een aantal keer, verspreid over een aantal weken. Doe dit alleen als er geen andere dieren in de kliniek aanwezig zijn en het personeel je hond met rust laat. Eventueel kunnen er doeken met fijne geurtjes worden neergelegd. Dat kan uitnodigen om te gaan snuffelen en dat zorgt weer voor ontspanning.

Stap 2: De wachtkamer
Leer je hond om ontspannen in de kliniek te zijn. Gebruik hiervoor de veilige haven die je in module 1 hebt aangeleerd. Oefen regelmatig alleen het zitten in de wachtkamer, waarbij jouw hond op de veilige haven ligt. Let op: zorg dat er geen andere honden of mensen bij jouw hond kunnen komen. Kies voor oefenmomenten waarop het rustig is. Het doel is dat je hond zonder stress de kliniek kan inlopen en op de veilige haven kan liggen. Uiteraard mag je de hond daarbij iets lekkers geven, maar het kan best  dat hij dat in het begin niet opeet.

Stap 3: De behandelkamer
Als de wachtkameroefening goed gaat, ga je hetzelfde doen in de behandelkamer zónder dat daar een behandeling plaatsvindt. Het doel is dat je hond rustig kan liggen/zijn zonder dat er iets van hem verwacht wordt. Eventueel kunnen er weer doeken met fijne geurtjes worden neergelegd.

Stap 4: Contact maken met assistent/arts
Kijk of je hond contact kan maken. Laat de arts en/of assistent wat lekkers geven. Als dit niet lukt vanuit de hand, laat het ze het dan neerleggen. Belangrijk is dat je hond de ruimte krijgt om het te pakken. Moedig daarom niet te veel aan: het is aan hem of hij hier al aan toe is. Gebruik een snack waarvan jij weet dat je hond het lekker vindt. Als hij de snack snel en zonder angst pakt, kun je door naar stap 5.

Stap 5: Aanraking door assistent/arts

In module 1 heb je de oefening ‘handtouch’ aangeleerd. Doe deze oefening een aantal keer in de ruimte van de kliniek. Gaat dit goed? Dan kijk je of je hond de hand van de assistent/arts wil aanraken. Gaat dit ook goed? Dan beloon je de hond. Doe dit niet meer dan drie keer achter elkaar.

Gaat dit na een aantal trainingssessies nog steeds goed en zonder angst, dan ga je de handtouch uitbreiden door je hond te leren verder naar de hand toe te lopen. Dit doe je thuis in een rustige omgeving. Vraag ‘touch’ aan jouw hond en beweeg een heel klein beetje naar achteren terwijl hij naar jouw hand gaat. Hij moet dus een extra stap zetten om je hand te raken. Beloon als hij jouw hand raakt. Bouw dit op tot je hond een stukje met jou meeloopt om je hand te kunnen aanraken. Daarna ga je deze oefening weer in de kliniek doen, maar nu laat je de assistent/arts een stukje naar achteren bewegen. De hond leert zo om gericht, vanuit spelvorm, naar de assistent/arts toe te lopen.

Als jouw hond dit redelijk vlot bij de mensen in de kliniek doet en je ziet na een aantal bezoeken dat het gedrag zo blijft, dan ga je door met het opbouwen van behandeling (zie hieronder).